“Ik word niet ziek van roken”
Dat roken heel slecht is voor de gezondheid weten en geloven inmiddels de meeste mensen. Desgevraagd kan iedereen wel een rijtje ziektes opnoemen die het gevolg ervan zijn. Veel mensen hebben ook iemand in hun omgeving die iets heeft dat het gevolg is van roken. We kennen allemaal een straffe roker die een hartaanval kreeg, of iemand die overleed aan longkanker. Soms zelfs kennen we die uit de naaste familiekring.
Overlijden familie of vriend
Vaak wordt gedacht dat als een familielid of een vriend van een roker overlijdt hij of zij uit pure schrik wel onmiddellijk zal stoppen. Soms gebeurt dat, maar soms ook niet. ‘Je ziet toch wat ervan komt’, zeggen mensen in de naaste omgeving dan ‘stop nou toch eens!’ Waarom is de trieste of schokkende gebeurtenis onvoldoende aansporing om zelf te stoppen? De oorzaak heeft vaak te maken met cognitieve dissonantie.
Jezelf voor de gek houden
Cognitieve dissonantie is een term uit de psychologie. Kort door de bocht betekent het dat dat wat je weet tegenstrijdig is met dat wat je doet. Omdat dat ongemak met zich mee brengt ben je geneigd een onderbouwing te vinden voor die tegenstrijdigheid. Die zorgt voor harmonie tussen iets er over vinden en iets er aan doen. Een simpel voorbeeld: je maakt je ernstige zorgen over het klimaat en of de wereld voor je kinderen nog leefbaar zal zijn. Desniettemin ga je twee keer per jaar op een verre vliegvakantie. Daar voel je je schuldig over maar je verklaart het door te zeggen: ‘dat kleine beetje dat ik bijdraag aan de opwarming maakt maar heel weinig uit op het grotere probleem’.
Een excuus om te blijven roken
Terug naar het roken: roken is ongezond en dat heb je ervaren door het verlies van een dierbare aan een roken-gerelateerde aandoening. Je weet heel goed dat je zou moeten stoppen en toch doe je het niet. Je vindt het te moeilijk, je bent wellicht bang voor de ontwenningsverschijnselen of je wilt niet stoppen terwijl je partner rookt. Er kunnen tientallen redenen zijn om niet te stoppen met roken. Tegen jezelf zeg je: ‘niet iedereen gaat dood aan longkanker’. Of: ‘je moet toch ergens aan dood gaan’. Of: ‘Piet Jansen rookte iedere dag 20 sigaren en werd 110’. Op deze manier sla je een brug tussen je gedrag (roken) en wat je weet (roken is dodelijk).
Lieg niet tegen jezelf
Die brug is natuurlijk een schijnconstructie. Tegenover Piet Jansen staan 20.000 mensen per jaar die doodgaan aan roken in Nederland, en ja je moet ergens aan dood gaan maar niet gemiddeld 13 jaar eerder dan een niet-roker. De vraag is dus: hoe kom je van die schijnconstructie in je hoofd af.
De tegenstrijdigheid oplossen
Cognitieve dissonantie kun je op 3 manieren oplossen. De eerste is je gedrag veranderen. Onder ogen zien dat je jezelf voor de gek houdt en daarmee ophouden. De tweede is veranderen van overtuiging. Gaan geloven dat roken helemaal niet slecht is. Of, zoals ik beschreef, de dissonantie rechtvaardigen en erin gaan geloven dat het allemaal wel niet voor jou zal gelden.
Kies voor jezelf
De meest kansrijke weg in het geval van roken is optie 1: stoppen. Geloven dat het niet slecht is kun je bij zoveel overtuigend bewijs immers niet volhouden. Denken dat het voor jou niet zal gelden is net zo onzinnig als denken dat jij het wel kunt overleven als je voor de trein springt.
Stoppen door begeleiding
Gedragsverandering is lang niet altijd makkelijk, net als stoppen met roken. Gelukkig zijn er allerlei manieren om daarbij geholpen te worden. Begeleiding is daar een hele kansrijke voor. Een begeleider kan je ook op andere gedachten brengen iedere keer als het stemmetje in je hoofd zegt ‘geldt niet voor mij’.
Door: Trudy Prins